Virtuele blik op de Bocholter Graven
doorheen de tijd
Home > Virtuele reconstructie
Virtuele blik op de Bocholter Graven doorheen de tijd
Ulco Glimmerveen ontwikkelde voor GrensPark Kempen~Broek een reeks digitale beelden, gebaseerd op actuele historische informatie en bronnen. Zo zie je de landweer in de 14de eeuw, de 16de eeuw en de 19de eeuw en krijg je een indruk van het landschap en detailbeelden van deze grensverdediging en haar gebruikers. De Bocholter Graven en hun betekenis voor de regio komen weer tot leven. Meer nog, je bent er gewoon bij!
De beelden zijn een interpretatie van de beschikbare historische en archeologische onderzoeksresultaten, geen exacte weergave van de situatie in het verleden.
Klik in de illustraties op vergrootglazen voor extra weetjes!
14de eeuw
De eerste landweer werd al in 1389 aangelegd. Om de grensruzies van de naburige dorpen uit het Prinsbisdom Luik en het Land van Thorn in te dijken, werd een verdedigingswal met 2 grachten aan weerzijden opgetrokken. Tegelijk diende deze “Graft” ook als veekering voor de grazende kuddes van de dorpsgemeenschappen.
Ook ten zuiden van de zandrug zorgde water voor een natuurlijke barrière: de Abeek die tegenwoordig netjes binnen de oevers gehouden wordt, liep toen meer organisch door haar drassige vallei.
Illustratie: © Ulco Glimmerveen
16de eeuw
Het Loonse platteland werd in de 16de eeuw dikwijls onder de voet gelopen door Spaanse legertroepen of roversbendes, en dorpen werden geplunderd. De oorspronkelijke landweer (Bocholter Graft) werd uitgebreid en versterkt. Er waren vermoedelijk drie aarden wallen met elk twee grachten, de Bocholter Graven. Op de doorgangsweg kwamen slagbomen. Het Gravencomplex beleefde zijn hoogdagen.
De oostelijke, oorspronkelijke Graft bleef behouden.
Het geheel van de Graft samen met de twee bijkomende wallen (Graven) was zo’n 500 meter lang en 100 meter breed. Een grote landweer in zijn soort!
Illustratie: © Ulco Glimmerveen
De gecontroleerde weg van Kreyel (in de rug) naar Stramproy (achter de horizon).
Het is aannemelijk dat de slagbomen aan de doorgang gecontroleerd werden door een bemande wachtpost: hier een schuilhutje en een uitkijkpost in de boom. Typisch was zo’n wacht -met toestemming van de prins-bisschop- georganiseerd zijn door de burgers van het nabijgelegen dorp zelf, zogenaamde “huyslieden”.
Illustratie: © Ulco Glimmerveen
Illustratie: © Ulco Glimmerveen
De knik in de weg zorgde ervoor dat grote groepen mensen en paarden, zoals legertroepen, moesten vertragen.
Op de wallen werden haagbeuk, hulst en liguster aangeplant: deze ondoordringbare, soms doornige struiken vormden een extra hindernis. Heel waarschijnlijk stonden er ook hakhoutbosjes van hazelaar, wilg, els berk en eik.
Illustratie: © Ulco Glimmerveen
19de eeuw
De functie van de Bocholter Graven, de verdediging tegen vreemde troepen, viel weg vanaf begin 19de eeuw wanneer de hele streek deel uitmaakte van de Franse Republiek. De contouren van de grachten en wallen vervaagden stilaan; het complex verdween zo uit het collectieve geheugen.
Het behoud en beheer van het verdedigingssysteem viel weg terwijl de weg werd versterkt door de Franse bezetter om een vlotte doorgang te kunnen hebben. De verder moerassige omgeving stond aan de vooravond van een grote ontwateringscampagne om de gronden geschikt te maken als land- en bosbouwareaal.
Illustratie: © Ulco Glimmerveen